We zijn die dag op weg, het doel
staat vast. Overal wordt ons
de juiste richting aangegeven. Waar we
stoppen blijkt een wegwijzer te staan. Ik kijk
zo eens naar hem en er begint
geleidelijk een omgekeerde taal: steeds
minder wordt waar deze
naar verwijst, steeds meer
verrijst het raadsel van de paal.
Zo sta ik daar en het
is vreemd: wegen en doel eerst
stijf in mijn besluit, komen
nu los. We gaan.
Het kan weer alle kanten uit.