Riet

Het was zo groen en blauw, zo
stil. Je kneep je ogen samen, zei:
“kijk, het water vouwt het riet
uiteen”. Het stond daar loodrecht
neergezet op zijn weerspiegeling.

Later in dit roerloos staan
te zien waarop ik wacht:
dat heden en herinnering
waarin wij worden uitgelegd
samenkomen, naadloos, zacht.

|
Gedichten: